Ga naar inhoud

Hoe omgaan met NOA en NVT

image95

Gebruik van snelheidswaarden, NVT en NOA in het wegkenmerk maximumsnelheden
In principe heeft elk wegvak in het NWB een snelheid en wel de ter plaatse geldende wettelijke maximum snelheid. Dat is standaard 50 binnen de bebouwde kom, 80 daarbuiten, 100 op autowegen en 130 op autosnelwegen. Een A1 bord is in deze gevallen overbodig, dit is wettelijk vastgesteld.

Als er met bebording (lokaal geldend voor één wegvak of met erf/zoneborden geldend voor een groep wegvakken) een andere waarde wordt aangeven, dan overruled die de standaard waarde. Bijvoorbeeld A1 bebording met 15, 30 of met 70 binnen de bebouwde kom en 60 of 50 daarbuiten komt regelmatig voor. Ook de 120 beperking op autosnelwegen 's avonds en 's nachts en de 100 overdag of gedurende het hele etmaal moet met een bord aangegeven worden, in de wet staat immers 130 voor een de autosnelweg.

Een aantal typen wegvakken hebben echter geen snelheid maar zijn geclassificeerd als 'Niet van Toepassing' (NVT).  Dit geldt voor onder andere fietspaden, voetpaden, veerdiensten (ook de autoveren) en ruiterpaden.

In het verleden werd ook NOA (niet open gesteld voor autoverkeer) gebruikt. Deze codering zit nog wel in het NWB maar gaat komen te vervallen. Veel NOA's zullen als NVT worden geclassificeerd. RWS voert deze opschoonslag uit.

Als een weg niet opengesteld is voor autoverkeer, dan kan dat met het wegkenmerk verkeerstype aangegeven worden.

Ook een weg die middels een toegangsverbod als bijvoorbeeld C1 of C6 niet opengesteld is voor autoverkeer kent wel een wettelijke maximum snelheid. Als een aanwonende, een servicemonteur (uitgezonderd aanwonenden of bestemmingsverkeer) er wel mag rijden of als de gemeente/RDW in het geval van vrachtverkeer een ontheffing verleent, dan geldt voor het verkeer dat er incidenteel toch rijdt namelijk wel een maximumsnelheid.

In relatie hiermee geldt ook nog de situatie van 'de weg achter een slagboom of hek' die niet openbaar toegankelijk is. Deze situatie zal in het NWB altijd leiden tot een wegvak knip, een nieuw wegvak dus, met als wegbeheerder achter slagboom of hek vaak 'overige instantie'. Ook dan wordt er een snelheidswaarde toegekend waarbij de snelheid van het niet openbaar toegankelijke wegvak identiek is aan het wegvak waar het op aansluit.

Een bungalowpark eigenaar of eigenaar van een parkteerterrein zal een bord moeten plaatsen als hij wil dat de snelheid op het terrein anders is dan van het aansluitende wegvak, hoe kan een automobilist het anders weten?

Ga terug naar de vorige pagina