Ga naar inhoud

Hectopunten

Definitie

Een locatie langs een wegvak die wordt gemarkeerd door een hectometerbord.
Hectonummers

Algemeen

Hectometerpalen worden in veel systemen gebruikt als referentiepunten bij de gegevensinwinning, gegevensopslag, gegevenspresentatie en communicatie. Ze dienen daar om een bepaalde plek langs een weg te markeren ("bij HP 5.7".) Ook de topologische relatie tussen hectometerpalen wordt gebruikt ("tussen paal 2.2 en 2.3", "30 m voorbij HP 10.8" ).

Het objecttype hectopunt is een abstractie, een combinatie van het fysieke hectometerbordje en zijn locatie langs de weg. Ook een hectometerbordje dat fysiek niet aanwezig is, maar er in intentie had moeten zijn, wordt beschouwd als een hectopunt. Merk verder op dat in de definitie wordt gesproken over wegvak en niet over "weg". Dit betekent dat de twee hectometerbordjes met identieke nummers die aan beide zijden van een weg met gescheiden rijbanen staan, als aparte hectopunten worden beschouwd.

Het begrip hectopunt is niet hetzelfde als het fysieke hectometerbordje dat je in de wegberm aantreft. Het is een een samensmelting van het fysieke bordje en de plek langs de weg waarlangs het bordje zich bevindt. De locatie die wordt geregistreerd als hectopunt is niet de positie van het hectometerbordje in de wegberm, maar die van de projectie op de as van het Wegvak waarlangs het betreffende hectometerbordje zich bevindt.

hectopunten.jpg

Hierbij dient aangetekend worden dat hoewel hectopunten in een groot aantal opzichten op zichzelf staande objecten zijn, zij toch in een aantal aspecten met elkaar verbonden zijn. Als regel geldt dat een hectopunt nooit in isolatie bestaat maar altijd in een groepje (aaneensluitende reeks). Op deze manier kunnen er ook hectopunten bestaan zonder dat er daadwerkelijk sprake is van een fysiek bordje. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer uit een reeks hectometerbordjes er om één of andere reden een bordje ontbreekt (bijv. geen plaats i.v.m. een afrit). Toch wordt dit gezien als een hectopunt vanwege de intentie die besloten ligt in de aanwezigheid van de naburige bordjes.

Ontstaan en teniet gaan van hectopunten
Het begrip Hectopunt is een samensmelting van het fysieke bordje en de plek langs de weg waarlangs dit bordje zich bevindt. Dit houdt in dat het ontstaan van een hectopunt niet zozeer het moment is waarop het bordje in de werkplaats wordt gefabriceerd, maar het moment waarop het langs de weg wordt geplaatst. Dit houdt tevens in dat het teniet gaan van een hectopunt niet zozeer het moment is dat het bordje in de smeltoven verdwijnt, maar het moment dat het van zijn plek wordt verwijderd.
Hierbij dient aangetekend te worden dat hoewel hectopunten op zich zelfstaande objecten zijn, zij toch in een aantal aspecten met elkaar verbonden zijn. Dit geldt met name hun ontstaan en teniet gaan. Als regel geldt dat een hectopunt nooit in isolatie ontstaat en weer teniet gaan. Zij ontstaan altijd in groepjes (aaneensluitende reeksen) en verdwijnen weer in groepjes. Wanneer een hectometerpaaltje omver wordt gereden en in de greppel belandt, betekent dit nog niet dat het hectopunt daarmee teniet gaat: de intentie blijft om daar een hectopunt te hebben en het hectopunt blijft dus voortbestaan. Als de wegbeheerder het bordje een paar maanden later weer herstelt, maar niet op zijn oorspronkelijke plaats terug zet maar 20 meter verderop, dan betekent dat niet dat er een nieuw hectopunt ontstaan is, maar dat het oorspronkelijke hectopunt verplaatst is.
Op deze manier kunnen er ook hectopunten ontstaan (en weer teniet gaan) zonder dat er daadwerkelijk sprake een fysiek bordje. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer bij het plaatsen van een reeks nieuwe hectometerbordjes er om een of andere reden een bordje uit de reeks ontbreekt (geen plaats in verband met afrit, vergeten mee te nemen etc.). Toch wordt dit gezien als het plaatsen een hectopunt vanwege de intentie die besloten ligt in het plaatsen van de naburige bordjes. Op het moment dat deze reeks bordjes wordt verwijderd, gaat ook het Hectopunt in kwestie teniet.

Registratie

  • Een wegvak kan geen, één of meer hectopunten hebben.
  • Een hectopunt staat langs precies één wegvak.
  • De positie van een hectopunt wordt vastgelegd door middel van een afstand (in meters) vanaf het betreffende hectopunt tot de beginjunctie van het wegvak, waarlangs dit hectopunt ligt, gemeten langs de lijn die de geometrie van dat wegvak voorstelt.

De digitale hectopunten vertegenwoordigen de hectopaaltjes langs Rijks en Provinciale wegen.
hectopunten2.jpg

Hecto-intervallen

In de moederdatabase wordt de positie (in XY-coördinaten) van een hectometerpaaltje vast gelegd op de as van de weg hierbij wordt tevens berekend de afstand in meters tot het beginpunt van het wegvak. Bij ieder gehectometreerd wegvak wordt ook een zg. hecto-interval berekend over dat stuk van het wegvak waarvan de hectometrering continue op of afloopt. Dit hecto-interval krijgt een berekende begin kilometrering en een eind kilometrering. De begin kilometrering (en voor het eind- ook) wordt berekend uit twee waarden nl:

  1. de afstand van het begin van het wegvak tot de eerste paal en
  2. de afstand van de laatste paal uit het aanliggende wegvak tot het eind van dat wegvak:
    • begin-km vw1 = hmp1-( a/a+b)*100 ( is ook gelijk aan eind_km van vw0)

Voor alle bewerkingen ten aanzien van hectopunten geldt dat het hecto-interval opnieuw berekend moet worden voor dat wegvak, maar ook voor aansluitende wegvakken.

Hectometersprongen

Vanaf de jaren zeventig past Rijkswaterstaat op het hoofdwegennet hectometersprongen toe. De hectometrering verspringt dan met tientallen hectometers. Daardoor blijft het effect van een toekomstige verlenging van een wegtraject op de hectometerborden beperkt tot het deel tussen twee hectometersprongen. Het valt niet te voorkomen dat het deel vóór af ná de verlenging een aangepaste hectometrering krijgt. De keuze tussen vóór of ná wordt bepaald door de kortste afstand tot een hectometersprong. Zo wordt de impact zo klein mogelijk gehouden.
Een voorbeeld van een hectometersprong is de A12 bij Veenendaal waar hectometerbord 92,1 wordt gevolgd door 102,2. Ook provinciale wegbeheerders passen dit toe, bijvoorbeeld omdat een weg door een dorpskern in de toekomst vervangen zal worden door een (iets langere) randweg. Als vuistregel geldt dat per gemiddelde weglengte van 50 km een marge van 5 tot 10% wordt ingebouwd.
Wordt een wegtraject verkort, dan valt te overwegen een nieuwe hectometersprong in te bouwen. Bij een beperkte verlenging of verkorting mag een beperkt aantal hectometerborden om de 110 meter, respectievelijk 90 meter worden geplaatst.
Het opnieuw hectometreren van bestaande wegvakken heeft grote gevolgen voor het wegbeheer. Verlengen of verkorten van een wegvak moet nadrukkelijk regionaal worden afgestemd, inclusief de gevolgen voor de hectometrering.

Ga terug naar de vorige pagina