Skip to content

Rekenregels

Feestdagen

Tot de feestdagen worden alle nationale (Nederlandse) feestdagen (Nieuwjaarsdag, 1e en 2e Paasdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag, 1 en 2e Pinksterdag en 1e en 2e Kerstdag) en Bevrijdingsdag (5 mei), Goede Vrijdag en Oudjaarsdag (31 december) gerekend. In de tabel is aangegeven wanneer de data van deze dagen wordt meegenomen.

Omgeving **Omgaan met feestdagen **
Dexter - Verkenner Alle dagen binnen de geselecteerde periode worden meegenomen, ook feestdagen
Dexter – Export Feestdagen worden niet meegenomen in de resultaten als het vakje feestdagen uitsluiten is aangevinkt
Dexter – Rapportage Feestdagen worden niet meegenomen in de resultaten als het vakje feestdagen uitsluiten is aangevinkt of bij standaard werkdag producten

Vakantiedagen

In de export kan worden aangegeven om vakantiedagen van een zelf gekozen regio niet mee te nemen. Dit betreffen de adviesdata voor het primair onderwijs, afgegeven door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bij de exports kunnen de uitgesloten dagen worden ingezien bij de excel << aanvraagnaam >>_exclusies.

Weekaggregaat

Een week aggregaat wordt altijd berekend van maandag tot en met zondag uitgezonderd van de eerste en laatste week in de gekozen selectie. De eerste week start met van datum van de periode selectie en eindigt op de eerste zondag in de periode, de laatste week start op de laatste maandag in de periode en eindigt op de tot datum van de periode.

Wanneer een groter aggregaat wordt gekozen dan de periode selectie, bijvoorbeeld een dag terwijl maar 4 uren zijn geselecteerd dan wordt het gemiddelde over de gehele periode en dus niet de gehele dag gegeven.

Intensiteiten en snelheden

Voertuig categorieën

De meetlocaties verdelen het verkeer onder in voertuig categorieën op basis van voertuiglengte. Onderstaande tabel toont de verschillende voertuig categorieën en de bijbehorende NDW indexen. Bij de individuele voertuigpassages is de indeling in lengte zelf te kiezen. Het komt voor dat voertuigen wel “gemeten” worden maar niet kunnen worden gecategoriseerd, omdat de lengte niet kan worden bepaald (denk bijvoorbeeld aan scheefrijders bij detectielussen). In zo’n geval worden de voertuigen wel meegeteld bij de anyVehicle categorie maar niet bij een losse categorie. Voertuigen kleiner dan 1,85 worden of gezien als verkeerd gemeten lengte of als de kleinste categorie. Voertuigen langer dan 25,25 meter worden of ingedeeld bij de grootste categorie of gezien als 2 voertuigen, dit is overigens gelijk aan de wettelijke maximale lengte van voertuigen in Nederland.

Onderverdeling bij 3 categorieën **Onderverdeling bij 5 categorieën **
1,85 m ≤ L ≤ 5,60 m 1,85 m ≤ L ≤ 2,40 m
5,60 m ≤ L ≤ 12,20 m 2,40 m < L ≤ 5,60 m
12,20 m < L ≤ 18,00 m 5,60 m < L ≤ 11,50 m
11,50 m < L ≤ 12,20 m
12,20 m < L ≤ 25,25 m

Wanneer 3 voertuig categorieën zijn gevraagd en een locatie levert in 5 categorieën kunnen de categorieën 1 en 2 samen worden genomen voor de eerste categorie en de categorieën 3 en 4 zijn samen de tweede categorie.

Harmonisch gemiddelde snelheid

Om een gemiddeld cijfer te berekenen wordt vaak een rekenkundig gemiddelde berekend; bijvoorbeeld wanneer voor achtereenvolgens een 6 en 8 wordt behaald is het rekenkundig gemiddelde een 7. Bij de berekening van snelheden wordt vaak gebruik gemaakt van het harmonisch gemiddelde. Bij een harmonisch gemiddelde houdt je rekening met de oververtegenwoordiging van hoge snelheden in het rekenkundige gemiddelde. Stel je voor dat een uur lang de snelheden van een aantal atleten wordt gemeten die een rondje van 1 km rennen. De snelheid wordt gemeten bij de start van het rondje. Een atleet loopt een uur lang 20 km/u. En de andere atleet loopt een uur lang 16 km/u. Wanneer we alle metingen op een rij zouden zetten zouden we 20 keer een snelheid van 20 km/u hebben gemeten en 16 keer een snelheid van 16 km/u. Het rekenkundig gemiddelde van deze lijst snelheden zou daarom meer dan 18 km/u zijn, namelijk 18,22 km/u. Bij het harmonisch gemiddelde houden we rekening met de overschatting van hoge snelheden en komt het gemiddelde wel uit op 18 km/u. Het harmonisch gemiddelde is de inverse van het gemiddelde van de inverse snelheden en wordt als volgt berekend:

vharm=Ni=1N1vi

Waarbij:

vharm: De harmonisch gemiddelde snelheid N: Het aantal minuten waarover wordt gemiddeld vi: De snelheid in minuut i.

Trajectorie methode reistijden

De trajectorie methode is een berekenwijze om rekening te houden met het feit dat je op een ander tijdstip aan het begin van een lang traject bent dan aan het eind. Dit effect is groter naarmate de trajecten langer worden. Als we bijvoorbeeld naar een traject van Arnhem naar Rotterdam kijken dan kan je de reistijd om 8:00 uur ’s ochtends berekenen door de reistijd van allerlei deelstukje om 8 uur bij elkaar op te tellen, maar iemand die om 8 uur vertrekt zal een andere reistijd ervaren. Stel dat je om 8 uur vertrekt bij Arnhem en je om 8:20 bij Ede bent, dan zal vanaf Ede gekeken moeten worden naar de reistijd om 8.20 en vanaf Utrecht bijvoorbeeld de reistijd om 8.45 enz. De trajectoriemethode houdt rekening met dat een reiziger op andere tijdstippen op andere delen van de route is. Het enige wat nodig is, is dat het traject is opgedeeld in aaneengesloten deeltrajecten (verder te noemen meetvakken) en dat van deze meetvakken de reistijden van verschillende tijdstippen bekend zijn (Voor Floating Car Data wordt eenvoudig aan deze voorwaarde voldaan, doordat op segment niveau de reistijden bekend zijn). De trajectorie methode (Piecewise Constant Traveltime Based trajectoriemethode) werkt volgens onderstaand proces: Voor elke meetminuut in de periode aanvraag wordt een tijdstip van uitrijden van het eerste reistijdmeetvak bepaald door de reistijd op te tellen bij de periodStart. Vervolgens wordt dit tijdstip van uitrijden gebruikt als tijdstip van inrijden voor het tweede meetvak en kan het tijdstip van uitrijden van het tweede meetvak worden bepaald door de reistijd behorende bij de minuut van inrijden van het tweede meetvak erbij op te tellen. Dit proces wordt herhaald tot en met het laatste reistijdvak. De trajectreistijd behorende bij de eerste minuut van de periode is dan deze reistijd.
Stel dat een traject uit 10 achtereenvolgende meetvakken bestaat en dat de eerste 9 meetvakken een reistijd van 60 seconde hebben. De reistijd van het tiende meetvak die wordt gebruikt voor de berekening van de trajectreistijd is dan de reistijd van 9 minuten later dan de reistijd van het eerste meetvak. Het kan dan ook voorkomen dat de reistijd van een traject op de laatste minuut van een periode voor een grootgedeelte wordt bepaald door reistijden buiten de aangevraagde periode (namelijk van latere meetvakken in het traject). Als van een van de reistijdmeetvakken de reistijd ontbreekt dan wordt de reistijd voor het gehele traject als ontbrekend beschouwd.

Individuele voertuig passages

Bij de individuele voertuigpassages wordt per passage de snelheid en de lengte opgeslagen. Dit geeft veel vrijheid bij het berekenen van aggregaten. In de export is het mogelijk om zelf voertuiglengte- en snelheidscategorieën samen te stellen.

Intensiteiten

Bij het exporteren van intensiteiten is het mogelijk om zowel voertuiglengte- en snelheidscategorieën te kiezen, in tegenstelling tot de snelheidsaggregaten, waar enkel gekozen kan worden voor voertuiglengtecategorieën. Omdat de passages los opgeslagen zijn, worden de losse passages gesommeerd om tot het juiste aggregaat te komen. Voor de berekening van een gemiddelde over meerdere dagen worden de passages eerst gesommeerd over de gewenste periode per individuele dag voordat het gemiddelde over meerdere dagen wordt bepaald.

Snelheden

Voor de individuele voertuigpassages kan er gekozen worden om gebruik te maken van een rekenkundig gemiddelde of het harmonisch gemiddelde. Voor meer informatie over het harmonisch gemiddelde verwijzen we naar het gedeelte hierboven onder snelheden en intensiteiten.

Snelheidspercentielen

Voor onder andere verkeersveiligheidstoepassingen wordt er ook gekeken naar snelheidspercentielen. Een veelgebruikte waarde hiervoor is de V85, het 85-percentiel van de snelheid. Deze wordt gebruikt voor verkeersveiligheidsanalyses. In de statistiek is een percentiel van een dataset een van de in principe 99 punten die de geordende dataset in 100 delen van gelijke grootte verdelen. Het k-de percentiel is dan een getal dat de k% kleinere data van de (100−k)% grotere scheidt. Het 85e percentiel is bijvoorbeeld een getal zodanig dat 85% van de data kleiner is of eraan gelijk en 15% groter of eraan gelijk. In de exportmodule van Dexter is het snelheidspercentiel een vrij in te villen waarde.

Overschrijders en overtreders

De laatste aggregaattype bij snelheden is de mogelijkheid om het percentage overschrijders (percentage dat harder rijdt dan de geldende maximumsnelheid) en het percentage overtreders (het percentage dat harder rijdt dan de verbalisatiegrens) te exporteren. In de metadata van elk meetpunt is de gelden maximumsnelheid is. De verbalisatiegrens ligt hier 7 km/u boven voor snelheidslimieten tot en met 80 km/u en 8 km/u boven de snelheidslimieten van 90 km/u en hoger.

Go back to the previous page