Ga naar inhoud

Kwaliteitsmetingen

Om een kwaliteitsimpuls te bereiken kan de bestaande NWB registratie vergeleken worden met de basisregistraties en andere bronnen. Dit geeft inzicht in de nieuw gerealiseerde wegen die nog niet in het NWB zijn opgenomen. Ook geeft het een beeld van waar de accuratesse van oudere wegvakken nog niet overeen komt met het heden ten dage gewenste niveau. Het meten van de kwaliteit van het NWB kent drie aspecten, namelijk actualiteit, accuratesse en routeerbaarheid met eigen karakteristieken en aandachtspunten.

Nog links toevoegen naar actuele rapportages + afbeeldingen.

Meten van de actualiteit

Idealiter leveren wegbeheerders op dagelijkse basis mutaties aan. In de praktijk varieert de frequentie van mutaties aanzienlijk per wegbeheerder en per geografisch gebied. Door op landelijke schaal de actualiteit te vergelijken met gegevens in de BAG, de BGT en de BRT/Top10NL krijgen wegbeheerders beter inzicht in de actualiteit van hun eigen bijdragen, en kan in de loop der tijd een trend inzichtelijk worden gemaakt over de verbetering in actualiteit van de NWB gegevens.
Circa 250 van de wegbeheerders leveren anno 2023 data aan, dat is ongeveer twee derde. Aan het verzoek om data te leveren voordat de weg wijzigt, wordt nog onvoldoende voldaan. Wegbeheerders die toeleveren leveren geregeld een groot aantal wijzigingen in één keer. Niet alle wegbeheerders die aanleveren zijn gebruiker en niet alle wegbeheerders die gebruiker zijn leveren aan. Ook door niet-wegbeheerders worden wijzigingen aangeleverd. Deze praktijksituatie in aanmerking nemend is het desalniettemin mogelijk de volgende werkbare indicatoren te hanteren voor een betrouwbare monitoringrapportage.

BAG

Het percentage BAG straatnamen (per woonplaats per gemeente) dat in het NWB correct is opgenomen.
Hoewel de BAG niet alle actuele straatnamen bevat (omdat in de BAG straatnamen waar geen adressen voorkomen niet altijd worden geregistreerd), kunnen we wel zeggen dat als een BAG straatnaam in een woonplaats niet te vinden is in het NWB, de BAG actueler zal zijn. In theorie kunnen straten ook verwijderd worden uit het fysieke terrein, maar (a) dit gebeurt weinig en (b) dan wordt de BAG ook aangepast.

Deze analyse dient per BAG woonplaats per gemeente te gebeuren, omdat straatnamen meer dan één keer binnen een gemeente kunnen voorkomen. Ze kunnen echter niet meermalen binnen één BAG woonplaats voorkomen. Daarnaast is het voor analyse doeleinden interessant om te bepalen welke NWB straatnamen niet overeen komen met een straatnaam in de BAG. Feitelijk de analyse “andersom” dus. Deze analyse kent drie varianten. Ten eerste een analyse met alle BAG straatnamen meegenomen zowel met als zonder adres. Daarnaast wordt de analyse herhaald met alleen de BAG straatnamen met adressen, maar nog wel vergeleken met alle NWB straatnamen. Ook wordt de analyse herhaald zonder NWB wegvakken met straatnaam 'Fietspad'.

BRT

Het percentage BRT (Top10NL) hartlijnen waar in het NWB in de directe buurt (5 meter en 0,5 meter) wegvakken zijn.
Het is niet zo dat de BRT of het NWB per definitie actueler is dan de ander. Het NWB bevat wegen die nog niet in de BRT/Top10NL zijn ingewonnen, en de Top10NL bevat hartlijnen die nog niet in het NWB vermeld staan. Als we echter hartlijnen in de Top10NL vinden die niet in het NWB zijn opgenomen, dan mogen we aannemen dat de BRT/Top10NL daar actueler is dan het NWB. We tellen het aantal hartlijnen (conform uitgangspunten, dus alleen verharde wegen) waar we in de buurt geen NWB wegvakken kunnen vinden. Met ‘in de buurt’ bedoelen we een buffer/marge van 5 meter vanaf de BRT/Top10NL hartlijn. Vervolgens wordt de analyse herhaald met een buffer van 0,5 meter.

BGT

Het percentage BGT openbareruimtelabels (wegen) waar in het NWB binnen 10 meter wegvakken zijn. In de BGT zijn openbareruimtelabels als puntobjecten opgenomen. Als er openbareruimtelabels in de BGT niet in de buurt van een NWB wegvak liggen, dan mogen we er van uitgaan dat de BGT actueler is dan het NWB. Wel is het van belang dat alleen BGT openbareruimtelabels worden gebruikt die betrekking hebben op wegen, en dan ook nog het type weg dat NWB-relevant is.

NWB

Het is mogelijk om per maand het aantal mutaties in het NWB te tellen, zowel voor “toegevoegd”, “gewijzigd” en “verbeterd”. Deze metingen zeggen ook het nodige over de actualiteit van het NWB: hoe meer mutaties binnenkomen per maand, hoe actueler het NWB zal zijn. Daarom worden naast de kwaliteitsmeting op basis van de basisregistraties, ook maandrapportages gepubliceerd met gegevens over de verwerkingsduur van mutaties, en het aantal verwerkte mutaties.

Meten van de accuratesse

In de opzet van het meten van accuratesse dienen de verschillen in opbouw van de betrokken datasets goed overwogen te worden. Het NWB is een lijnenbestand met een topologie die is opgebouwd volgens lijnsegmenten die onderling verbonden zijn met knooppunten. Elk lijnsegment is zelf weer opgebouwd uit punten die de loop van een wegdeel bepalen. Andere overheidsbronnen met infrastructurele data hebben in het algemeen een andere topologische opbouw. Zo bestaat de BGT uit een verzameling wegvlakken (die niet altijd onderling aansluiten) met een eigen wegtypering. De BGT bevat geen topologische data en kent geen hartlijnen van wegen. Dergelijke hartlijnen zijn wel te vinden in de BRT (Top10NL), maar die zijn topologisch anders opgebouwd dan het NWB. De BRT biedt net als de BGT ook wegvlakken, maar anders dan de BGT is de berm daarin ook opgenomen. De kenmerkende attributen van wegen verschillen onderling ook aanzienlijk tussen NWB, BRT en BGT.

BGT Panden

Het percentage NWB wegvakken dat geen BGT pand doorsnijdt.
In principe hoort een weglijn geen bouwwerk te doorsnijden. Er zijn echter ook bekende gevallen waar dit bewust wel gebeurt, bijvoorbeeld de Utrechtsebaan in Den Haag, waar de wegen onder de kantoorgebouwen doorgaan. Bij (grote) tunnels gaan wegdelen onder ventilatiegebouwtjes door. In de basisregistraties lijkt het dan alsof de wegen de bouwwerken doorsnijden. Dit wordt deels opgelost door een filtering te maken op BGT panden met een relatieve hoogte, maar de resultaten daarvan zullen niet perfect zijn. Ook zijn er gevallen bekend waar een wegdeel ‘door’ een gebouw gaat via een overspannende boog in het bouwwerk. Een wegvak/hartlijn kan ook deel zijn van een ondergrondse parkeergarage. Het komt ook voor dat door kleine onnauwkeurigheden in de data een weg die buiten net voor een pand stopt in de data te ver doorloopt en het pand raakt. Hiervoor worden de uiteindes van wegvakken voor deze analyse ingekort om deze fouten weg te filteren. Niet alle gevonden gevallen zijn dus foutief. Dat maakt het duiden van de uitkomsten van deze indicator lastiger.

BGT Wegvlakken

Het percentage van NWB wegvakken dat binnen een BGT wegvlak ligt.
Aangezien de BGT wegvlakken opneemt, is het in principe te verwachten dat alle NWB wegvakken volledig binnen de vlakken van de BGT vallen. Gezien kleine definitie verschillen wordt voor deze analyse niet alleen gezocht naar wegvakken die voor 100% binnen de BGT vlakken liggen. Er worden marges aangehouden van 10%, 50%, en 90% van het NWB wegvak binnen BGT wegvlakken.

Voor alle indicatoren waarbij de Top10NL of BGT met het NWB worden vergeleken geldt dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld of twee wegvakken of wegdelen die gematcht worden, daadwerkelijk betrekking hebben op dezelfde weg. Zo kan een wegvak dat niet voorkomt in de BGT alsnog een (gedeeltelijke) match vinden als aansluitende wegen wel opgenomen zijn. Het aantal verschillen wordt dus altijd licht onderschat.

Meten van routeerbaarheid

In principe moet het NWB goed routeerbaar zijn. Dat wil zeggen dat het mogelijk moet zijn om over het netwerk van elke junctie naar elke andere junctie te bewegen zonder tegen de rijrichting van een wegvak in te gaan.

Van de drie hier gebruikte basisregistraties bevat geen de rijrichting op wegen, of een netwerk topologie. Omdat dit wel belangrijke elementen van het NWB zijn is ervoor gekozen om deze toch te controleren, maar alleen uitgaand van de interne logica van het NWB, en dus niet met een vergelijking ten opzichte van een ander bestand. Hierin zijn twee variaties te beschrijven die allebei kijken naar locaties die niet of niet goed verbonden zijn met de rest van het netwerk.

Aantal juncties waar een weggebruiker niet kan komen of niet weg kan.
De simpelste analyse is om te zoeken naar alle juncties waarbij alle aansluitende wegvakken een verplichte rijrichting naar die junctie hebben, of alle wegvakken er vandaan gaan. Juncties verbonden aan wegvakken die binnen 100 meter van een landsgrens komen worden weg gefilterd omdat hier veel situaties zijn die geen fouten zijn, zoals rijbanen van snelwegen die op de grens doodlopen volgens het NWB.

Daarnaast wordt er ook een controle gedaan specifiek op juncties waar meerdere wegvakken aansluiten en alsnog allemaal een verplichte rijrichting naar die junctie hebben, of allemaal weg van die junctie. Dit is dus een subset van de eerste analyse.

Aantal netwerk eilanden in het NWB.
Hier wordt gezocht naar componenten in het netwerk die niet, of niet goed, verbonden zijn met de rest van het netwerk. Het NWB moet volledig routeerbaar zijn, dus alle wegvakken horen verbonden te zijn.

De simpelste analyse is hierbij om te zoeken naar componenten (eilanden) in het netwerk die totaal niet verbonden zijn met de rest van het netwerk.

Daarnaast wordt er ook gekeken naar eilanden die mogelijk wel verbonden zijn, maar waar het door rijrichtingen alleen mogelijk is het eiland te bereiken, maar niet om het verlaten, of vice versa. Hierbij worden eilanden die binnen 100m van een landsgrens komen weggefilterd.

Allebei de routeerbaarheid indicatoren geven een beeld van het aantal onverwachte situaties, maar dit hoeven niet per definitie fouten te zijn. Een deel hiervan kunnen gefilterd worden, zoals de situaties bij de landsgrenzen, maar er zullen ook situaties meegeteld worden die niet fout zijn. Het is dus te verwachten dat de resultaten voor routeerbaarheid nooit nul zullen zijn.

Terugkoppeling aan wegbeheerder

Het kan voorkomen dat bij het mutatieproces blijkt dat een aanlevering niet voldoet aan de kwaliteitseisen van het NWB. Dit kan zowel voorkomen bij rechtstreetse leveringen aan het NWB, als bij mutaties op basis van de basisregistraties. In deze gevallen wordt een terugkoppeling gegeven aan de relevante wegbeheerder. Met deze feedback kunnen zij de kwaliteit van een volgende levering verhogen hetgeen bijdraagt aan het uiteindelijke doel, namelijk zo snel mogelijk een volledige, accurate en betrouwbare registratie van nieuwe of gemuteerde wegen in het NWB.

Wijzigingsprioriteiten

De verbeteringen die uit deze kwaliteitsmetingen voortkomen kunnen worden meegenomen in het mutatieproces van het NWB. Daarnaast zijn er uiteraard ook nieuwe leveringen van wegbeheerders, en grootschalige wijzigingen die in het NWB worden doorgevoerd. Dit betekent dat er prioriteiten gesteld moeten worden om te bepalen welke onderwerpen als eerste opgepakt worden. Om dit te vergemakkelijken zullen er nog normscores worden opgesteld om te beoordelen welke scores op de kwaliteitsmonitoring voldoende zijn.

Aannames

  • De geprojecteerde voordelen van het gebruik van de basisregistraties binnen het NWB-proces zijn gebaseerd op de aanname dat alle betrokken partijen zich (kunnen) houden aan de wettelijke verplichtingen en termijnen.

Beperkingen

  • De kwaliteit van het NWB valt en staat met een juiste en volledige registratie door de wegbeheerders in de basisregistraties. De NWB onderhoudsorganisatie heeft geen (directe) mogelijkheden om de kwaliteit van de basisregistraties te toetsen. Wel kunnen we aanwijzingen voor een kwalitatief mindere registratie krijgen naar aanleiding van het combineren van verschillende bronnen.
Ga terug naar de vorige pagina